Diagnose ADHD

In België wordt de diagnose voor aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) gesteld door gekwalificeerde professionals, zoals kinderartsen, neuro-pediaters, psychiaters of kinderpsychiaters. De procedure verloopt volgens gestructureerde stappen. Hieronder volgen de gebruikelijke stappen om een diagnose te verkrijgen:

1. Eerste consultatie: 
  De eerste stap is meestal een bezoek aan een huisarts of kinderarts. Deze professional kan doorverwijzen naar een specialist (zoals een gespecialiseerde kinderarts, psychiater, psycholoog of neuropsycholoog). U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met multidisciplinaire centra.

2. Klinisch gesprek en evaluatie van symptomen: 
  De professional voert een klinisch gesprek om informatie te verzamelen over de symptomen van het kind. Dit omvat vragen over gedragingen van onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit, zowel thuis als op school. In dit proces worden ook informatiebronnen zoals ouders, leraren en eventueel andere belangrijke personen in het leven van het kind betrokken. Hoewel het klinische gesprek de basis vormt voor de diagnose, zijn specifieke evaluaties essentieel om de moeilijkheden van de patiënt en mogelijke compensatiestrategieën te verduidelijken.

3. Gebruik van gestandaardiseerde evaluatieschalen: 
  Er worden gestandaardiseerde instrumenten gebruikt om de symptomen te evalueren, zoals:  
  - BRIEF-vragenlijst: Voor het beoordelen van de executieve functies in het dagelijks leven van kinderen en adolescenten.  
  - BASC-3-vragenlijst: Deze evalueert een breed scala aan gedrags- en emotionele dimensies, gegroepeerd in verschillende categorieën zoals adaptieve gedragingen, internaliserende problemen, externaliserende problemen, aandachtsproblemen, en gedragingen en emoties gerelateerd aan het schoolleven.  
  - CBCL-vragenlijst: Hiermee worden emotionele en gedragsmatige symptomen van kinderen geëvalueerd. Dit instrument helpt bij het identificeren van psychologische problemen, zoals angststoornissen, depressie, aandachtsproblemen, gedragsproblemen, en bij het inschatten van de ernst en impact van gedragingen op het sociale en schoolse leven van het kind.