Search Results
14 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- CPIM Interventie | NeurodiverseBrain
CPIM Methode- Interventie in de gewone omgeving van de kind «Child-Parent Inter-regulatory Method» (CPIM) CPIM is een methode die gericht is op de regulatie van de ouder-kind interactie. Onderzoek toont aan dat door de interactie tussen ouder en kind te reguleren, de executieve functies van het kind of de adolescent verbeteren, zowel op cognitief als gedragsmatig vlak. Het kind of de adolescent leert zichzelf beter te reguleren, wat ook een positieve impact heeft op de emotionele en affectieve sfeer. Als gevolg hiervan ontwikkelt de patiënt een beter emotioneel evenwicht en meer zelfvertrouwen. De professional fungeert als een bemiddelaar in de relatie tussen ouder en kind. In plaats van in te grijpen via dagelijkse aanpassingen om het kind te helpen zijn moeilijkheden te overwinnen, richt de interventie zich op de oorzaak van deze moeilijkheden en de processen die het kind helpen de vaardigheden te ontwikkelen die het mist. Hoe het werkt Met behulp van een grondige analyse worden eerst de ouderlijke gewoonten geïdentificeerd die het ontwikkelen van de executieve functies van het kind/de adolescent bevorderen of belemmeren. Vervolgens wordt de ouder aangemoedigd om actief betrokken te zijn bij de begeleiding van zijn/haar kind. De interventie is gebaseerd op het benutten van kansen in het dagelijks leven van het kind of de adolescent, binnen zijn gezin, zodat hij/zij de executieve functies kan ontwikkelen via effectieve stimulatie. De behandeling bestaat uit 5, 6 of 7 sessies, waarbij de begeleiding direct plaatsvindt in de dagelijkse omgeving van het kind, rekening houdend met zijn taken en ontwikkelingsniveau. Theoretische en empirische basis De CPIM is gebaseerd op sociaal-cognitieve theorieën. Deze benadrukken dat zelfregulatie van het kind aanvankelijk ontstaat in een sociale interactiecontext en zich later in een individuele context ontwikkelt. Het kind heeft aanvankelijk externe co-regulatie nodig om later tot zelfregulatie te komen. Voor een effectieve ontwikkeling van deze zelfregulatie is een juiste stimulatie door de ouders essentieel; een kind kan een actie pas zelfstandig initiëren of stoppen nadat het eerst gereguleerd is door zijn ouders of verzorgers, die deel uitmaken van zijn microsysteem (de Coster, 2021). CPIM is ook geworteld in de neurowetenschappelijke kennis over de rijping van de hersenen en neuroplasticiteit. Neuroplasticiteit houdt in dat het brein zich reorganiseert op basis van de ontvangen stimulatie. Dit betekent dat neuronale netwerken worden gevormd door levenservaringen en het leren van het kind. Stanislas Dehaene (2020) stelt dat neuronen die samen geactiveerd worden, ook met elkaar verbonden raken. Wanneer bepaalde hersengebieden herhaaldelijk tegelijk geactiveerd worden, worden de onderliggende cognitieve processen sneller en efficiënter ontwikkeld. Aangezien de rijping van de prefrontale cortex veel tijd vergt, biedt de omgeving van het kind een breed scala aan kansen om de executieve functies te stimuleren. Deze kansen kunnen benut worden via ouder-kind interacties in de directe omgeving van het kind. Deze methode helpt ouders om opvoedingsgewoonten aan te passen om beter om te gaan met het gedrag van hun kind, maar het hoofddoel is het bevorderen van de autonomie van het kind, wat invloed heeft op zijn cognitieve vaardigheden, emoties en gedrag. Door gebruik te maken van CPIM streeft de neuropsycholoog er ook naar dat het kind de geleerde vaardigheden van de ene context naar de andere kan overbrengen en toepassen. Een kind dat thuis zelfstandiger wordt, zal dit ook op school en in andere levensgebieden zijn. In de klassieke neuropsychologische begeleiding worden vaak omgevingsaanpassingen voorgesteld om de moeilijkheden van het kind te compenseren, alsof de symptomen onomkeerbaar zijn. Mijn stagebegeleider stelt dat het gebruik van CPIM een sterker gevoel van effectiviteit geeft, omdat de interventie sneller positieve veranderingen teweegbrengt in het dagelijks leven van het kind, zowel emotioneel, cognitief als gedragsmatig. Getuigenissen Getuigenissen
- Op werkvloer | NeurodiverseBrain
Neurodiversiteit op werk Neurodiversiteit op de werkvloer verwijst naar de erkenning en waardering van de verschillende capaciteiten en talenten van individuen met diverse neurologische profielen. Om neurodiversiteit op de werkplek te ondersteunen, te waarderen en aan te moedigen, zijn hier enkele strategieën om te overwegen. Op organisatieniveau Bewustwording en training: Maak werknemers bewust van neurodiversiteit door informatiebijeenkomsten, workshops of lezingen te organiseren. Bied informatie aan over de verschillende neurologische profielen en moedig een beter begrip en grotere acceptatie van verschillen aan. Inclusieve werving: Pas inclusieve wervingspraktijken toe door de selectiecriteria uit te breiden en de vaardigheden en talenten te waarderen in plaats van alleen te focussen op traditionele academische kwalificaties. Beschouw neurodivergente kandidaten als een waardevolle hulpbron voor de organisatie. Redelijke aanpassingen: Identificeer passende redelijke aanpassingen voor neurodivergente werknemers, zoals aanpassingen in werktijden, toegang tot rustige ruimtes, alternatieve communicatietools, enzovoort. Zorg ervoor dat werknemers zich bewust zijn van deze opties en zich op hun gemak voelen om ze aan te vragen. Duidelijke en aangepaste communicatie: Bevorder duidelijke en expliciete communicatie door eenvoudig en direct taalgebruik te hanteren. Moedig werknemers aan om open vragen te stellen en om verduidelijkingen te vragen indien nodig. Gebruik visuele of schriftelijke ondersteuning om de begrip te vergemakkelijken. Waardering van unieke vaardigheden: Leg de nadruk op de sterke punten en specifieke vaardigheden van neurodivergente werknemers. Erken en waardeer hun unieke bijdragen aan de organisatie. Creëer kansen voor hen om hun vaardigheden te gebruiken in projecten of initiatieven die hun talenten benadrukken. Flexibiliteit en aanpassingen: Bied flexibele werkopties aan zodat neurodivergente werknemers zich kunnen aanpassen aan hun specifieke behoeften. Dit kan flexibele werktijden, thuiswerkmogelijkheden of aanpassingen in toegewezen taken omvatten. Ondersteuning en mentoring: Stel ondersteunings- en mentorprogramma's op voor neurodivergente werknemers. Dit zal hen extra ondersteuning bieden en de mogelijkheid geven om te profiteren van de expertise van meer ervaren collega's. Voortdurende training en professionele ontwikkeling: Bied mogelijkheden voor voortdurende training en professionele ontwikkeling die zijn afgestemd op de behoeften van neurodivergente werknemers. Dit zal hen helpen hun vaardigheden te ontwikkelen en in hun carrière vooruitgang te boeken. Door neurodiversiteit op de werkplek aan te moedigen, kunnen organisaties een inclusieve, stimulerende en respectvolle omgeving creëren waarin elke werknemer volledig kan bijdragen aan het succes van het bedrijf. Het waarderen van de unieke vaardigheden van neurodivergente werknemers bevordert ook innovatie en diversiteit in ideeën, wat kan leiden tot betere resultaten voor de organisatie als geheel. Op individueel niveau Bepaalde strategieën die neurodivergente werknemers, zoals mensen met ADHD, dyslexie, dyspraxie of ASS, kunnen gebruiken om met de uitdagingen van hun neurodiversiteit op het werk om te gaan, zijn als volgt: Tijd- en organisatiebeheer: Gebruik tijdbeheer tools, zoals agenda's, elektronische herinneringen of takenbeheertoepassingen, om je werkdagen te organiseren en deadlines te halen. Verdeel taken in kleinere stappen en gebruik controlelijsten om ervoor te zorgen dat er niets wordt vergeten. Aanpassing van de werkomgeving: Creëer indien mogelijk een rustige en goed georganiseerde werkruimte om afleiding te minimaliseren en de concentratie te bevorderen. Gebruik noise-cancelling koptelefoons of vraag om in een minder luidruchtige zone geplaatst te worden als geluid je stoort. Gebruik van visuele ondersteuning: Maak visuele aantekeningen of gebruik diagrammen en grafieken om informatie beter te organiseren en begrip te vergemakkelijken. Gebruik visuele herinneringen, zoals post-its of herinneringsborden, om je te helpen belangrijke taken of deadlines te onthouden. Communicatie en samenwerking: Communiceer openlijk met je collega's en supervisor over je specifieke communicatienoden, zoals duidelijke en schriftelijke instructies, als dat je helpt om de taken beter te begrijpen. Vraag indien nodig om verduidelijkingen en aarzel niet om je ideeën of zorgen op een constructieve manier te uiten. Gebruik van assistentietechnologie: Verken opties voor assistentietechnologie die zijn afgestemd op je specifieke behoeften, zoals spellingscorrectoren of tekst-naar-spraaksoftware, om je te helpen bij je dagelijkse taken. Gebruik applicaties of online tools om je te helpen je ideeën te organiseren of je agenda te beheren. Zelfzorg en stressbeheer: Neem regelmatig pauzes om te ontspannen, jezelf op te laden en je te heroriënteren. Gebruik stressmanagementtechnieken, zoals diepe ademhaling of meditatie, om je te helpen omgaan met momenten van stress of angst. Zoek ondersteuning: Aarzel niet om ondersteuningsgroepen, online gemeenschappen of professionele verenigingen gerelateerd aan je neurodiversiteit te zoeken. Deze bronnen kunnen advies, informatie en wederzijdse ondersteuning bieden. Het is belangrijk dat je open communiceert met je werkgever en je team over je specifieke behoeften en de mogelijkheden voor redelijke aanpassingen verkent om je werk en welzijn op het werk te optimaliseren.